AZM400Z-ST-I2-1P2P-BOW
AZM400Z-ST-I2-1P2P-BOW
Typebenaming van het product: AZM400Z-(1)-(2)-(3)-(4)-(5) |
(1) | |
ST | 1 inbouwstekker M12, 8-polig |
ST2 | 2 inbouwstekkers M12, 8-polig / 5-polig |
(2) | |
zonder | Standaard codering |
I1 | Individuele codering |
I2 | Individuele codering, meerdere keren aanleerbaar |
(3) | |
1P2P | 1 diagnose-uitgang en 2 veiligheidsuitgangen, met p-schakeling (alleen voor ST) |
2P2P | 2 diagnose-uitgangen en 2 veiligheidsuitgangen, met p-schakeling (alleen voor ST2) |
(4) | |
zonder | hulpontgrendeling |
T | Paniekontgrendeling |
BOW | Met bevestigingsgaten voor de montage van de Bowdenkabel |
(5) | |
zonder | zonder elektronische hulpontgrendeling (alleen voor ST) |
E | met elektronische hulpontgrendeling (alleen voor ST2) |
- Meervoudig aanleerbare individuele codering via RFID-technologie
- Universele codering via RFID-technologie
- Aansluitstekker M12, 8-polig
- Bewaking van de vergrendeling
- 1 Diagnose-uitgang
- Met bevestigingsgaten voor de montage van de Bowdenkabel
- Bistabiel door een motor aangedreven systeem
- Blokkeerkracht 10.000 N
- Ontgrendelen tegen een dwarskracht tot 300 N mogelijk
- PL e/Cat. 4/SIL 3 voor vergrendelings- en houdfunctie
- Tweekanalige aansturing van de vergrendelfunctie
- Werking aan p- en n-schakelende uitgangen
- Ruime speling van de bediensleutel
Bestelvoorbeeld
Typebenaming van het product |
AZM400Z-ST-I2-1P2P-BOW |
Artikelnummer (bestelnummer) |
103015315 |
EAN (Europees Artikel Nummer) |
4030661503967 |
eCl@ss number, version 12.0 |
27-27-26-03 |
eCl@ss number, version 11.0 |
27-27-26-03 |
eCl@ss nummer, versie 9.0 |
27-27-26-03 |
ETIM number, version 7.0 |
EC002593 |
ETIM number, version 6.0 |
EC002593 |
Certificeringen - Voorschriften
Certificaten |
TÜV cULus FCC IC ANATEL |
Algemene gegevens
Voorschriften |
EN ISO 13849-1 EN ISO 14119 EN IEC 60947-5-3 EN IEC 61508 |
algemene informatie |
Individuele codering, herhaald aanleren mogelijk |
Codeerniveau volgens EN ISO 14119 |
hoog |
Werkingsprincipe |
Magneetveld RFID |
Frequency band RFID |
125 kHz |
Transmitter output RFID, maximum |
-6 dB/m |
Materiaal van de behuizing |
licht-metaal gietijzer |
Reactietijd van de veiligheidsuitgangen in geval van uitschakeling door de actuator, maximaal |
100 ms |
Brutogewicht |
856 g |
Algemene gegevens - Eigenschappen
Bewaking van de vergrendeling |
Ja |
Kortsluitdetectie mogelijk |
Ja |
Dwarssluitingsherkenning |
Ja |
Bevestigingsgaten voor de montage van de Bowdenkabel |
Ja |
Veiligheidsfuncties |
Ja |
Geïntegreerde weergave, status |
Ja |
Aantal diagnostische signalen |
1 |
Aantal veiligheidscontacten |
2 |
Classificatie
Normen, voorschriften: |
EN ISO 13849-1 EN IEC 61508 |
Veiligheidsclassificatie - Arrêteerfunctie
Performance Level, tot |
e |
Sturingscategorie |
4 |
PFH waarde |
1,00 x 10⁻⁹ /h |
PFD waarde |
9,00 x 10⁻⁵ |
Safety Integrity Level (SIL), erin passen |
3 |
Gebruiksduur |
20 Jaar (Jaren) |
Veiligheidsclassificatie - Vergrendelfunctie
Performance Level, tot |
e |
Sturingscategorie |
4 |
PFH waarde |
1,80 x 10⁻⁹ /h |
PFD waarde |
1,60 x 10⁻⁴ |
Safety Integrity Level (SIL), geschikt voor toepassingen in |
3 |
Gebruiksduur |
20 Jaar (Jaren) |
Mechanische gegevens
Vergrendelprincipe |
bistabiel |
Mechanische levensduurduur, minimum |
1.000.000 schakelingen |
Opmerking (mechanische levensduurduur) |
Waarvan met dwarskracht Fquer = 100 N: 100.000 schakelingen |
Allowed distance interlock to actuator, minimum |
1 mm |
Allowed distance interlock to actuator, maximum |
7 mm |
Angular misalignment between solenoid interlock and actuator, maximum |
2 ° |
Minimumafstand tussen toestellen |
30 mm |
Blokkeerkracht FZh volgens IOS14119 |
10.000 N |
Blokkeerkracht Fmax, maximum |
13.000 N |
Dwarskracht bij terugkeer van de grendel, maximaal (tegen knellende deur) |
300 N |
Opmerking (dwarskracht bij terugkeer van de grendel) |
Geldt niet voor paniek-, Bowdenkabel- en hulpontgrendeling |
Uitvoering van de bevestigingsschroeven |
2x M6 |
Note (Type of the fixing screws) |
Property class min. 10.9 |
Aandraaimoment van de schroeven |
8 Nm |
Aandraaimoment van de bevestigingsschroeven Bowdenkabel |
1,2 Nm |
Mechanische gegevens - Aansluittechniek
aansluitwijze |
Aansluitstekker M12, 8-polig, A-gecodeerd |
Mechanische gegevens - Afmetingen
Lengte van de sensor |
46,7 mm |
Breedte van de sensor |
77,8 mm |
Hoogte van de sensor |
156,7 mm |
Omgevingsvoorwaarden
Afdichtingsgraad |
IP67 IP66 |
Note |
Protection class remains with correctly installed bowden cable release |
Ambient temperature |
-20 ... +55 °C |
Storage and transport temperature |
-40 ... +85 °C |
Relatieve vochtigheid, maximum |
93 % |
Opmerking (relatieve vochtigheid) |
niet-condenserend geen berijping |
Trillingsvastheid volgens EN 60068-2-6 |
10 … 150 Hz, Amplitude 0,35 mm |
schokbestendig |
30 g / 11 ms |
Beschermklasse |
III |
Toegelaten opstelhoogte boven NN, maximum |
2.000 m |
Omgevingsvoorwaarden - Isolatieparameters
Nominale isolatiespanning Ui |
32 VDC |
Nominale impulsspanningsvastheid Uimp |
0,8 kV |
Overspanningscategorie |
III |
Vervuilingsgraad volgens VDE 0100 |
3 |
Elektrische gegevens
Operating voltage |
24 VDC -15 % / +10 % |
No-load supply current I0, typical |
100 mA |
Operating current while bolt movement, peak |
600 mA / 100 ms |
Rated operating voltage |
24 VDC |
Voorwaardelijke nominale kortsluitstroom volgens EN 60947-5-1 |
100 A |
External wire and device fuse rating |
2 A gG |
Tijd voor operationeel, maximum |
1.500 ms |
Schakelfrequentie, maximum |
0,3 Hz |
Sluit-/openingscyclus, minimum |
3 |
Minimale gemiddelde cyclustijd (bij permanente werking) |
20 s |
Utilisation category DC-12 |
24 VDC / 0,05 A |
Elektrische beveiliging, maximum |
2 A |
Elektrische gegevens – Stuuringangen
Benaming, besturingsingangen |
E1 und E2 (p-schaltend), E3 (n-schaltend) |
Schakeldrempels van de besturingsingangen |
−3 V … 5 V (Low) 15 V … 30 V (High) |
Classificatie ZVEI CB24I, daling |
C0 |
Classificatie ZVEI CB24I, bron |
C1 C2 C3 |
Current consumption at 24V, minimum |
5 mA |
Current consumption at 24V, maximum |
10 mA |
Toegelaten afwijkingstijd (ingangssignaal), maximum |
10 s |
Test pulse interval, maximum |
40 ms |
Test pulse duration, maximum |
5 ms |
Permissible residual drive current |
1,5 mA |
Elektrische gegevens - Veilige digitale uitgangen
Benaming, veiligheidsuitgangen |
Y1 en Y2 |
Uitvoering van de schakelelementen |
kortsluitvast, p-schakelend |
Spanningsval Ud, maximum |
2 V |
Lekstroom Ir, maximum |
0,5 mA |
Spanning, gebruikscategorie DC-12 |
24 VDC |
Stroom, gebruikscategorie DC-12 |
0,25 A |
Spanning, gebruikscategorie DC-13 |
24 VDC |
Stroom, gebruikscategorie DC-13 |
0,25 A |
Test pulse interval, typical |
1000 ms |
Test pulse duration, maximum |
0,5 ms |
Classificatie ZVEI CB24I, bron |
C2 |
Classificatie ZVEI CB24I, daling |
C1 C2 |
Elektrische gegevens - Diagnose-uitgang
Benaming, Diagnose-uitgangen |
OUT |
Uitvoering van de schakelelementen |
kortsluitvast, p-schakelend |
Spanningsval Ud, maximum |
2 V |
Spanning, gebruikscategorie DC-12 |
24 VDC |
Stroom, gebruikscategorie DC-12 |
0,05 A |
Spanning, gebruikscategorie DC-13 |
24 VDC |
Stroom, gebruikscategorie DC-13 |
0,05 A |
Opmerking |
De diagnose-uitgangen zijn geen veiligheidsrelevante uitgangen! |
Statusindicatie
Opmerking (LED-statusindicatie) |
Bedrijfstoestand: gele LED Fout / functiestoring: rode LED Voedingsspanning UB: groene LED |
Contactconfiguratie
Pin 1 |
A1 Toevoerspanning UB |
Pin 2 |
E1 Besturingsingang 1 |
Pin 3 |
A2 GND |
Pin 4 |
Y1 Veiligheidsuitgang 1 |
Pin 5 |
OUT Diagnose-uitgang |
Pin 6 |
E3 Besturingsingang 3 |
Pin 7 |
Y2 Veiligheidsuitgang 2 |
Pin 8 |
E2 Besturingsingang 2 |
Leveringsomvang
Leveringsomvang |
The actuator and the Bowden cable are not included in delivery. Opmerking: De modellen AZM400Z-...-BOW mogen alleen in combinatie met de als accessoire verkrijgbare Bowdenkabelontgrendeling ACC-AZM400-BOW-.M-.M gebruikt worden. Het gebruik zonder gemonteerde Bowdenkabelontgrendeling is niet toegestaan. |
Toebehoren
Aanbeveling (bediensleutel) |
AZM400-B1 |
Taalfilter
Datasheet
Bedieningshandleiding en conformiteitsverklaring
TÜV certificaat
UKCA Certificaat
ANATEL-certificaat
Brochure
SISTEMA-VDMA-bibliotheek/library
Download de nieuwste versie van Adobe Reader
Foto van het product (individuele catalogusfoto)
Maatschets basistoestel
Maatschets basistoestel
Maatschets overige
Video ID: azm400-03
Video ID: azm400-04
Video ID: azm400-06
Table of Contents
- 1 Over dit document
- 1.1 Functie
- 1.2 Doelgroep van de bedieningshandleiding: gemachtigd personeel
- 1.3 Gebruikte symbolen
- 1.4 Correct gebruik
- 1.5 Algemene veiligheidsinstructies
- 1.6 Waarschuwing voor foutief gebruik
- 1.7 Uitsluiting van aansprakelijkheid
- 2 Productbeschrijving
- 2.1 Typenschlüssel
- 2.2 Speciale versies
- 2.3 Bestemming en gebruik
- 2.4 Technische gegevens
- 3 Montage
- 3.1 Algemene montage-instructies
- 3.2 Mechanische hulpontgrendeling
- 3.3 Elektrische hulpontgrendeling-E (voor -ST2)
- 3.4 Paniekontgrendeling -T
- 3.5 Montage met de montageset
- 3.6 Afmetingen
- 3.7 Bediensleutel en toebehoren
- 4 Elektrische aansluiting
- 4.1 Algemene opmerkingen betreffende de elektrische aansluiting
- 4.2 Aansturingsmogelijkheden bij normale bedrijfmodus
- 4.3 Vereisten voor de te gebruiken veiligheidsmodule
- 4.4 Aansluitconfiguratie en toebehoren aansluitstekker
- 4.5 Aansluitvoorbeelden
- 5 Bediensleutel aanleren / bediensleuteldetectie
- 6 Werkprincipes en diagnosefuncties
- 6.1 Werkingsprincipe van de veiligheidsuitgangen:
- 6.2 Diagnose-LED's
- 6.3 Diagnose-uitgangen
- 6.4 Diagnose-informatie
- 7 Gebruik en onderhoud
- 7.1 Functietest
- 7.2 Onderhoud
- 8 Demontage en afvalverwijdering
- 8.1 Demontage
- 8.2 Afvalverwijdering
1 Over dit document
1.1 Functie
1.2 Doelgroep van de bedieningshandleiding: gemachtigd personeel
Alle activiteiten die in deze bedieningshandleiding beschreven worden, mogen uitsluitend door gekwalificeerd vakpersoneel, dat hiertoe gemachtigd is door de eigenaar van de machine of installatie, uitgevoerd worden.
Zorg ervoor dat u de bedieningshandleiding gelezen heeft en begrijpt voordat u het component installeert en in werking stelt.
Bij de keuze en inbouw van de componenten en bij hun integratie in de besturing moet de machinebouwer rekening houden met de normbepalingen en hun eisen.
1.3 Gebruikte symbolen
- Informatie, tip, opmerking: Dit symbool markeert nuttige extra informatie.
- Voorzichtig: Het niet-naleven van deze waarschuwing kan tot storingen, een foutieve werking of defecten leiden.
Waarschuwing: Het niet-naleven van deze waarschuwing kan tot lichamelijke verwondingen en/of materiële schade aan de machine tot gevolg hebben.
1.4 Correct gebruik
Het productassortiment van Schmersal is niet bedoeld voor particuliere consumenten.
De hier beschreven producten werden ontwikkeld om veiligheidsrelevante functies uit te voeren als onderdeel van een volledige machine of installatie. De bouwer van een machine of installatie is verantwoordelijk voor de correcte werking van het geheel.
De veiligheidscomponent mag uitsluitend voor de door de fabrikant toegestane toepassingen en doeleinden gebruikt worden. Gedetailleerde informatie over het toepassingsgebied vindt u in het hoofdstuk "Productbeschrijving".
1.5 Algemene veiligheidsinstructies
De gebruiker moet de veiligheidsinstructies van deze bedieningshandleiding alsmede de nationale installatienormen en de geldende veiligheids- en ongevallenpreventievoorschriften in acht nemen.
- Aanvullende technische informatie vindt u in de Schmersal catalogi of in de online catalogus: products.schmersal.com.
Alle vermeldingen zijn vrijblijvend en zonder enige contractuele verbintenis. Technische wijzigingen voorbehouden.
Bij naleving van de veiligheidsinstructies en de instructies voor montage, inwerkingstelling, bediening en onderhoud zijn geen restrisico's bekend.
1.6 Waarschuwing voor foutief gebruik
- Bij ondeskundig of niet-correct gebruik of manipulaties kunnen bij gebruik van de component eventuele gevaren voor personen of schade aan machine- of installatieonderdelen niet uitgesloten worden.
1.7 Uitsluiting van aansprakelijkheid
Wij zijn niet aansprakelijk voor schade en bedrijfsstoringen die voortvloeien uit montagefouten of het niet naleven van deze bedieningshandleiding. Voor schade die ontstaat vanwege het gebruik van reserveonderdelen of toebehoren, die niet door de fabrikant toegelaten zijn, is iedere vorm van aansprakelijkheid van de fabrikant uitgesloten.
Om veiligheidsredenen is het eigenhandig herstellen, ombouwen of veranderen van het component uitdrukkelijk verboden. Iedere eigenmachtig uitgevoerde reparatie, ombouw of verandering is uit veiligheidsoogpunt niet toegestaan, en ontslaat in voorkomend geval de fabrikant van elke aansprakelijkheid en/of daaruit voortvloeiende schade.
2 Productbeschrijving
2.1 Typenschlüssel
Typebenaming van het product: AZM400Z-(1)-(2)-(3)-(4)-(5) |
(1) | |
ST | 1 inbouwstekker M12, 8-polig |
ST2 | 2 inbouwstekkers M12, 8-polig / 5-polig |
(2) | |
zonder | Standaard codering |
I1 | Individuele codering |
I2 | Individuele codering, meerdere keren aanleerbaar |
(3) | |
1P2P | 1 diagnose-uitgang en 2 veiligheidsuitgangen, met p-schakeling (alleen voor ST) |
2P2P | 2 diagnose-uitgangen en 2 veiligheidsuitgangen, met p-schakeling (alleen voor ST2) |
(4) | |
zonder | hulpontgrendeling |
T | Paniekontgrendeling |
BOW | Met bevestigingsgaten voor de montage van de Bowdenkabel |
(5) | |
zonder | zonder elektronische hulpontgrendeling (alleen voor ST) |
E | met elektronische hulpontgrendeling (alleen voor ST2) |
Bedieningssleutel | AZM400-B1 |
- De modellen AZM400Z-...-BOW mogen alleen in combinatie met de als accessoire verkrijgbare Bowdenkabelontgrendeling ACC-AZM400-BOW-.M-.M gebruikt worden. Het gebruik zonder gemonteerde Bowdenkabelontgrendeling is niet toegestaan. De bijkomende instructies van de handleiding van de Bowdenkabelontgrendeling moeten in acht worden genomen.
2.2 Speciale versies
Voor speciale versies die niet in de typesleutel vermeld worden, gelden de vermeldingen hiervoor en hierna, voor zover zij overeenstemmen met de serieversies.
2.3 Bestemming en gebruik
De contactloos werkende elektronische veiligheidsschakelcomponent is ontworpen voor gebruik in veiligheidscircuits en dient voor de positiebewaking en vergrendeling van bewegende beschermvoorzieningen.
- De veiligheidsschakelcomponenten zijn volgens EN ISO 14119 als type 4 vergrendelvoorzieningen geclassificeerd. Uitvoeringen met individuele codering zijn als hoog gecodeerd ingedeeld.
De eerste van de twee veiligheidsfuncties bestaat uit het veilig uitschakelen van de beide veiligheidsuitgangen bij het ontgrendelen of het openen van de beschermvoorziening en het behouden van de uitgeschakelde toestand zolang de beschermvoorziening geopend of ontgrendeld blijft. De tweede veiligheidsfunctie (vergrendelfunctie) bestaat in het veilig dichthouden van een vergrendelde beschermvoorziening. De vergrendeling van de beschermvoorziening mag uitsluitend uitgeschakeld worden als er geen storingen actief zijn en een geldig signaal voor het ontgrendelen beschikbaar is.
Bij een gesloten beschermvoorziening en een aansluitend geldig tweekanalig besturingssignaal dat door de gebruiker of de besturing gegeven wordt, kan de vergrendelbout van de AZM400 geactiveerd worden. Zodra de vergrendelbout voldoende diep in de bediensleutel ingevoerd is, geldt de beschermvoorziening als veilig vergrendeld.
Bij de veiligheidsvergrendeling AZM 400 gaat het om een bistabiel systeem, dit wil zeggen dat de veiligheidsvergrendeling in geval van een stroomuitval de laatst geldende toestand behoudt.
- De gebruiker moet het veiligheidscircuit evalueren, ontwerpen en opbouwen volgens de van toepassing zijnde normen en afhankelijk van het vereiste veiligheidsniveau. Als meerdere veiligheidssensoren deelnemen aan eenzelfde veiligheidsfunctie, moeten de PFH waarden van de individuele componenten opgeteld worden.
- Het volledige concept van de besturing, waarin de veiligheidscomponent geïntegreerd wordt, moet gevalideerd worden volgens de relevante normen.
2.4 Technische gegevens
Certificeringen - Voorschriften
Certificaten |
TÜV cULus FCC IC ANATEL |
Algemene gegevens
Voorschriften |
EN ISO 13849-1 EN ISO 14119 EN IEC 60947-5-3 EN IEC 61508 |
algemene informatie |
Individuele codering, herhaald aanleren mogelijk |
Codeerniveau volgens EN ISO 14119 |
hoog |
Werkingsprincipe |
Magneetveld RFID |
Frequency band RFID |
125 kHz |
Transmitter output RFID, maximum |
-6 dB/m |
Materiaal van de behuizing |
licht-metaal gietijzer |
Reactietijd van de veiligheidsuitgangen in geval van uitschakeling door de actuator, maximaal |
100 ms |
Brutogewicht |
856 g |
Algemene gegevens - Eigenschappen
Bewaking van de vergrendeling |
Ja |
Kortsluitdetectie mogelijk |
Ja |
Dwarssluitingsherkenning |
Ja |
Bevestigingsgaten voor de montage van de Bowdenkabel |
Ja |
Veiligheidsfuncties |
Ja |
Geïntegreerde weergave, status |
Ja |
Aantal diagnostische signalen |
1 |
Aantal veiligheidscontacten |
2 |
Classificatie
Normen, voorschriften: |
EN ISO 13849-1 EN IEC 61508 |
Veiligheidsclassificatie - Arrêteerfunctie
Performance Level, tot |
e |
Sturingscategorie |
4 |
PFH waarde |
1,00 x 10⁻⁹ /h |
PFD waarde |
9,00 x 10⁻⁵ |
Safety Integrity Level (SIL), erin passen |
3 |
Gebruiksduur |
20 Jaar (Jaren) |
Veiligheidsclassificatie - Vergrendelfunctie
Performance Level, tot |
e |
Sturingscategorie |
4 |
PFH waarde |
1,80 x 10⁻⁹ /h |
PFD waarde |
1,60 x 10⁻⁴ |
Safety Integrity Level (SIL), geschikt voor toepassingen in |
3 |
Gebruiksduur |
20 Jaar (Jaren) |
Mechanische gegevens
Vergrendelprincipe |
bistabiel |
Mechanische levensduurduur, minimum |
1.000.000 schakelingen |
Opmerking (mechanische levensduurduur) |
Waarvan met dwarskracht Fquer = 100 N: 100.000 schakelingen |
Allowed distance interlock to actuator, minimum |
1 mm |
Allowed distance interlock to actuator, maximum |
7 mm |
Angular misalignment between solenoid interlock and actuator, maximum |
2 ° |
Minimumafstand tussen toestellen |
30 mm |
Blokkeerkracht FZh volgens IOS14119 |
10.000 N |
Blokkeerkracht Fmax, maximum |
13.000 N |
Dwarskracht bij terugkeer van de grendel, maximaal (tegen knellende deur) |
300 N |
Opmerking (dwarskracht bij terugkeer van de grendel) |
Geldt niet voor paniek-, Bowdenkabel- en hulpontgrendeling |
Uitvoering van de bevestigingsschroeven |
2x M6 |
Note (Type of the fixing screws) |
Property class min. 10.9 |
Aandraaimoment van de schroeven |
8 Nm |
Aandraaimoment van de bevestigingsschroeven Bowdenkabel |
1,2 Nm |
Mechanische gegevens - Aansluittechniek
aansluitwijze |
Aansluitstekker M12, 8-polig, A-gecodeerd |
Mechanische gegevens - Afmetingen
Lengte van de sensor |
46,7 mm |
Breedte van de sensor |
77,8 mm |
Hoogte van de sensor |
156,7 mm |
Omgevingsvoorwaarden
Afdichtingsgraad |
IP67 IP66 |
Note |
Protection class remains with correctly installed bowden cable release |
Ambient temperature |
-20 ... +55 °C |
Storage and transport temperature |
-40 ... +85 °C |
Relatieve vochtigheid, maximum |
93 % |
Opmerking (relatieve vochtigheid) |
niet-condenserend geen berijping |
Trillingsvastheid volgens EN 60068-2-6 |
10 … 150 Hz, Amplitude 0,35 mm |
schokbestendig |
30 g / 11 ms |
Beschermklasse |
III |
Toegelaten opstelhoogte boven NN, maximum |
2.000 m |
Omgevingsvoorwaarden - Isolatieparameters
Nominale isolatiespanning Ui |
32 VDC |
Nominale impulsspanningsvastheid Uimp |
0,8 kV |
Overspanningscategorie |
III |
Vervuilingsgraad volgens VDE 0100 |
3 |
Elektrische gegevens
Operating voltage |
24 VDC -15 % / +10 % |
No-load supply current I0, typical |
100 mA |
Operating current while bolt movement, peak |
600 mA / 100 ms |
Rated operating voltage |
24 VDC |
Voorwaardelijke nominale kortsluitstroom volgens EN 60947-5-1 |
100 A |
External wire and device fuse rating |
2 A gG |
Tijd voor operationeel, maximum |
1.500 ms |
Schakelfrequentie, maximum |
0,3 Hz |
Sluit-/openingscyclus, minimum |
3 |
Minimale gemiddelde cyclustijd (bij permanente werking) |
20 s |
Utilisation category DC-12 |
24 VDC / 0,05 A |
Elektrische beveiliging, maximum |
2 A |
Elektrische gegevens – Stuuringangen
Benaming, besturingsingangen |
E1 und E2 (p-schaltend), E3 (n-schaltend) |
Schakeldrempels van de besturingsingangen |
−3 V … 5 V (Low) 15 V … 30 V (High) |
Classificatie ZVEI CB24I, daling |
C0 |
Classificatie ZVEI CB24I, bron |
C1 C2 C3 |
Current consumption at 24V, minimum |
5 mA |
Current consumption at 24V, maximum |
10 mA |
Toegelaten afwijkingstijd (ingangssignaal), maximum |
10 s |
Test pulse interval, maximum |
40 ms |
Test pulse duration, maximum |
5 ms |
Permissible residual drive current |
1,5 mA |
Elektrische gegevens - Veilige digitale uitgangen
Benaming, veiligheidsuitgangen |
Y1 en Y2 |
Uitvoering van de schakelelementen |
kortsluitvast, p-schakelend |
Spanningsval Ud, maximum |
2 V |
Lekstroom Ir, maximum |
0,5 mA |
Spanning, gebruikscategorie DC-12 |
24 VDC |
Stroom, gebruikscategorie DC-12 |
0,25 A |
Spanning, gebruikscategorie DC-13 |
24 VDC |
Stroom, gebruikscategorie DC-13 |
0,25 A |
Test pulse interval, typical |
1000 ms |
Test pulse duration, maximum |
0,5 ms |
Classificatie ZVEI CB24I, bron |
C2 |
Classificatie ZVEI CB24I, daling |
C1 C2 |
Elektrische gegevens - Diagnose-uitgang
Benaming, Diagnose-uitgangen |
OUT |
Uitvoering van de schakelelementen |
kortsluitvast, p-schakelend |
Spanningsval Ud, maximum |
2 V |
Spanning, gebruikscategorie DC-12 |
24 VDC |
Stroom, gebruikscategorie DC-12 |
0,05 A |
Spanning, gebruikscategorie DC-13 |
24 VDC |
Stroom, gebruikscategorie DC-13 |
0,05 A |
Opmerking |
De diagnose-uitgangen zijn geen veiligheidsrelevante uitgangen! |
Statusindicatie
Opmerking (LED-statusindicatie) |
Bedrijfstoestand: gele LED Fout / functiestoring: rode LED Voedingsspanning UB: groene LED |
Contactconfiguratie
Pin 1 |
A1 Toevoerspanning UB |
Pin 2 |
E1 Besturingsingang 1 |
Pin 3 |
A2 GND |
Pin 4 |
Y1 Veiligheidsuitgang 1 |
Pin 5 |
OUT Diagnose-uitgang |
Pin 6 |
E3 Besturingsingang 3 |
Pin 7 |
Y2 Veiligheidsuitgang 2 |
Pin 8 |
E2 Besturingsingang 2 |
UL-opmerking
FCC/IC - Opmerking
Dit toestel is conform aan Deel 15 van de FCC-bepalingen en bevat licentievrije zenders/ontvangers die conform zijn aan de licentievrije RSS-norm(en) van de ISED (Innovation, Science and Economic Development) Canada.
De werking is afhankelijk van de volgende twee voorwaarden:
(1) Dit toestel mag geen schadelijke stoorsignalen veroorzaken, en
(2) Dit toestel moet stoorsignalen kunnen tolereren. Hiertoe behoren ook stoorsignalen die tot een ongewenste werking van het toestel kunnen leiden.
Dit toestel leeft bij gebruik op een minimumafstand van 100 mm de grenswaarden voor het stimuleren van de zenuwen (ISED SPR-002) na. Wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door K.A. Schmersal GmbH & Co. KG, kunnen ertoe leiden dat de gebruiker de bevoegdheid voor het gebruik van het apparaat verliest.
De in dit toestel geïntegreerde, licentievrije zender/ontvanger vervult de voor licentievrije radioapparatuur geldende eisen van de "Radio Standards Specification" van de instantie Innovation, Science and Economic Development Canada (ISED). Het gebruik is onder beide volgende voorwaarden toegelaten:
(1) het toestel mag geen storingen genereren.
(2) het toestel moet bestand zijn tegen ontvangen radio-interferentie, ook als deze zijn werking kan beïnvloeden.
Dit toestel voldoet aan de eisen met betrekking tot de blootstellingsgrenswaarden voor stimulering van de zenuwen (ISED CNR-102) bij processen met een minimumafstand van 100 mm.
Wijzigingen of verbouwingen waarvoor K.A. Schmersal GmbH & Co. KG niet uitdrukkelijk toestemming gegeven heeft, kunnen ertoe leiden dat de gebruiker de vergunning voor het gebruik van het toestel verliest.
20941-22-14519 | Este equipamento nao tem direito àprotecao contra interferência prejudicial e nao pode causar interferencia em sistemas devidamente autorizados. Para maiores informacores consultar: www.gov.br/anatel |
3 Montage
3.1 Algemene montage-instructies
- Neem ook de opmerkingen van de normen EN ISO 12100, EN ISO 14119 en EN ISO 14120.
De plaats van montage is willekeurig.
- De ophoping van fijnkorrelig vuil in het boutgebied moet worden vermeden.
Daarom moet men in deze gevallen afzien van een verticale montage, waarbij de grendel van onder naar boven naar buiten komt.
Twee montageopeningen voor M6 schroeven zijn voorzien ter bevestiging van de veiligheidsvergrendeling.
- De weerstandscategorie van de M6 schroeven moet minstens 10.9 bedragen. Het max. aandraaimoment van de M6 schroeven bedraagt 8 Nm.
- De bediensleutels moeten via geschikte maatregelen (gebruik van eenwegschroeven, lijmen, uitboren van de schroefkoppen, borgen met pennen) onlosmakelijk aan de beschermvoorziening bevestigd worden en tegen verschuiven beveiligd worden.
- Het gebruik bij negatieve temperaturen is uitsluitend toegestaan bij droge koude. De klant moet hiermee rekening houden tijdens de montage van de veiligheidsschakelaar.
Bedieningsrichtingen en Schakelafstanden | |
---|---|
De AZM400 kan werken binnen de volgende tolerantiegrenzen: | |
X-as | ± 4 mm |
Y-as | ± 4 mm |
Z-as | Afstand tussen bediensleutel en veiligheidsvergrendeling 1 … 7 mm bij max. hoekafwijking van 2° |
- De bediencurves geven het typische detectiebereik van de bediensleutel in functie van de bedienrichting weer.
- De bediening is uitsluitend toegelaten vanuit X en Y richting.
- De afstand van max. 7 mm tussen de bediensleutel en de veiligheidsvergrendeling moet nageleefd worden, zodat de opgegeven houdkracht en de veilige vergrendelfunctie volgens SIL 3 bereikt wordt. De constructie van de veiligheidsdeur moet zo ontworpen zijn, dat het niet mogelijk is de beschermdeur met de bediensleutel zover in de Z as te verplaatsen, dat de afstand tussen de veiligheidsvergrendeling en de bediensleutel groter dan 7 mm wordt.
- De veiligheidsvoorziening moet zo ontworpen zijn, dat gevaar voor verwonding dat door de verplaatsing van de grendel kan ontstaan, uitgesloten wordt.
Montage veiligheidsvergrendeling en bediensleutel
Zie bedieningshandleiding van de bediensleutel in kwestie
Om een wederzijdse beïnvloeding en een reductie van de schakelafstanden te vermijden, moeten de volgende opmerkingen in acht genomen worden:
- Metalen onderdelen en magneetvelden in de nabijheid van de bediensleutel en de veiligheidsvergrendeling kunnen de schakelafstand beïnvloeden of de werking verstoren.
- Houd metaalspanen uit de buurt van de sensor en de bediensleutel
Minimumafstand tussen twee veiligheidsvergrendelingen
of andere systemen met dezelfde frequentie (125 kHz): 30 mm.
3.2 Mechanische hulpontgrendeling
Voor het opstellen van de machine kan de veiligheidsvergrendeling spanningsloos ontgrendeld worden. Door de driekant van de hulpontgrendeling met behulp van de driekantsleutel in positie q te draaien, wordt de veiligheidsvergrendeling ontgrendeld. De normale functie wordt pas hersteld nadat de hulpontgrendeling terug in haar uitgangspositie p gedraaid is.
De driekantsleutel TK-M5 (101100887) is als toebehoren verkrijgbaar.
- Constructief kan na het terugdraaien van de hulpontgrendeling een nog actieve hulpontgrendeling door de LED weergegeven worden (de drie LED knipperen). Deze worden gereset door een hernieuwde aansturing via de stuuringangen.
- Hulpontgrendeling niet over de aanslag heen draaien!
Positie vergrendeld | Positie ontgrendeld |
---|---|
3.3 Elektrische hulpontgrendeling-E (voor -ST2)
De elektrische hulpontgrendeling kan door een extra hulpspanning worden gerealiseerd. Hiervoor is de hulpvoedingsingang H1 beschikbaar.
De AZM400 mag uitsluitend met de hulpvoeding worden ingeschakeld, zodat de vergrendelbout onafhankelijk van de stuuringangen terugkeert.
Daarna zijn geen andere acties meer mogelijk, de veiligheids- en diagnose-uitgangen blijven uitgeschakeld.
Systeemtoestand (uitsluitend geldig tijdens de initialiseringsfase):
Hoofdvoeding | Hulpvoeding | Toestand van het systeem |
---|---|---|
0 V | 0 V | Vergrendelbout blijft in positie (veiligheidsuitgangen uitgeschakeld) |
24 V | 0 V | afhankelijk van de stuuringangen |
0 V | 24 V | Vergrendelbout beweegt automatisch terug (ontgrendelen) |
24 V | 24 V | Vergrendelbout blijft in positie (storing) |
- De bekabeling en de aansturing van de elektrische hulpontgrendeling moet aan een veiligheidstechnische validatie onderworpen worden. Het signaal van de hulpspanning via een stroomtoevoer zonder onderbrekingen wordt intern anders verwerkt, zodat dwarssluitingen niet worden herkend.
3.4 Paniekontgrendeling -T
Paniekontgrendeling voor montage binnen de gevarenzone
Draai de rode hendel in de richting van de pijl tot aan de aanslag voor een paniekontgrendeling. De grendel wordt door de kracht van de veer in ontgrendelde positie gebracht, zodat de veiligheidsdeur in deze positie geopend kan worden en de veiligheidsuitgangen uitgeschakeld worden. In ontgrendelde positie is de beschermvoorziening beveiligd tegen onbedoelde blokkering.
- Niet over de aanslag heen draaien!
Positie vergrendeld | Positie ontgrendeld |
---|---|
- Om een correcte werking van de paniekontgrendeling -T te kunnen garanderen mag de veiligheidsdeur zich niet in een mechanisch geklemde toestand bevinden.
3.5 Montage met de montageset
De optionele montagekit MS-AZM400 kan gebruikt worden voor aluminiumprofielen van 40 mm. Deze bestaat uit twee montageplaten inclusief vier schroeven en vier moeren.
3.6 Afmetingen
Alle maten in mm.
AZM 400 met paniekontgrendeling
AZM400Z-ST..-T | AZM400Z-ST2..-T |
---|---|
Legende | |
---|---|
A1 | Hulpontgrendeling met deksel |
A2 | Paniekontgrendeling |
B | Vergrendelbout (uitgetrokken) |
C1 | Inbouwstekker M12, 8-polig |
C2 | Inbouwstekker M12, 5-polig |
D | RFID sensor |
3.7 Bediensleutel en toebehoren
Bediensleutel AZM400-B1 (niet inbegrepen in de levering)
Montageplaat, onderdeel van de montageset MS-AZM400
(verkrijgbaar als accessoire)
Spertang SZ400
(Verkrijgbaar als accessoire)
Gedetailleerde informatie en montage-instructies zie handleiding SZ400
Bowdenkabelontgrendeling ACC-AZM400-BOW-.M-.M
(als toebehoren verkrijgbaar)
De bijkomende instructies van de handleiding van de Bowdenkabelontgrendeling moeten in acht worden genomen.
4 Elektrische aansluiting
4.1 Algemene opmerkingen betreffende de elektrische aansluiting
- De elektrische aansluiting mag uitsluitend in spanningsloze toestand door gemachtigd en gekwalificeerd personeel uitgevoerd worden.
De spanningsingangen A1 (en H1 bij AZM400Z-ST2..) en de besturingsingangen E1, E2 en E3 moeten een bescherming tegen permanente overspanning hebben. Daarom moeten gestabiliseerde voedingen volgens EN 60204-1 gebruikt worden.
De veiligheidsuitgangen kunnen rechtstreeks opgenomen worden in het veiligheidscircuit van de besturing.
De vereiste elektrische kabelbescherming moet in de installatie worden voorzien.
4.2 Aansturingsmogelijkheden bij normale bedrijfmodus
Met behulp van de drie stuuringangen E1, E2 en E3 voor het aansturen van de vergrendelfunctie kunnen verschillende aansturingsopties gebruikt worden, om de AZM400 in combinatie met verschillende veiligheidsbesturingen te kunnen gebruiken. De functie van de stuuringangen is voor beide varianten ST en ST2 identiek. De bedrijfsmatige "set" van de stuuringangen volgens de onderstaande tabel leidt tot het ontgrendelen van de veiligheidsvergrendeling.
Toestand ingang | Variant P/P | Variant P/N | |||
---|---|---|---|---|---|
E1 | E2 | E3 | E1 = E2 | E3 | |
Vergrendelen | open | open | GND | open | open |
Ontgrendeling | 24 V | 24 V | GND | 24 V | GND |
Gebruik van veiligheidsuitgangen van het type P/P:
Veiligheidsbesturing
Gebruik van veiligheidsbesturingen van het type P/N:
Veiligheidsbesturing
- De gebruikte uitgangen van de besturing moeten beantwoorden aan het Performance Level (PL) dat aan de beschermdeur vereist is. Om PL e te bereiken moet de besturing over geteste uitgangen beschikken, omdat de AZM400 deze niet zelf test.
- Onafhankelijk van de gebruikte variant moeten de opmerkingen uit de gebruikshandleiding van de gebruikte besturing in acht genomen worden.
Deze zijn, bijvoorbeeld:
- Beschermd gelegde kabels
- Minimale testinterval alle 24 uur
- enz.
Blokkering
Als de vergrendelbout tijdens de eerste poging niet de toestand "vergrendeld" bereikt, onderneemt de AZM400 zelfstandig een nieuwe poging. Als de tweede poging ook mislukt, meldt de AZM400 een fout (zie Tabel 2).
Na een storing is een toestandswissel van de stuuringangen vereist om de vergrendelbout opnieuw uit te trekken.
Als de beschermdeur langzaam sluit kan er een blokkering optreden, als de opening van de bediensleutel zich nog niet voor de uittredende vergrendelbout bevindt (zie hoofdstuk "Bedienrichtingen en schakelafstanden").
Ontgrendelen na inschakelen
Als de AZM400 zich na het inschakelen al in vergrendelde positie bevindt, dan moet het toestel in ieder geval eerst ontgrendeld en opnieuw vergrendeld worden, om de oorzakelijkheid van de aanstuursignalen en de correcte insteekdiepte van de vergrendelbout te controleren. Na een Power-On in vergrendelde positie knippert de gele LED.
4.3 Vereisten voor de te gebruiken veiligheidsmodule
Tweekanalige veiligheidsingang, geschikt voor 2 p-schakelende halfgeleideruitgangen (OSSD)
De veiligheidsvergrendelingen testen hun veiligheidsuitgangen door cyclische uitschakeling. De veiligheidsmodule moet niet met een dwarssluitbewaking uitgerust zijn. De testimpulstijden van ≤ 0,4 ms moeten door de veiligheidsmodule getolereerd worden. De testimpulstijd van de veiligheidsvergrendelingen wordt extra verhoogd afhankelijk van de kabellengte en de capaciteit van de gebruikte kabel.
- Configuratie veiligheidsbesturing
Bij aansluiting van de veiligheidsvergrendeling aan elektronische veiligheidsmodules raden wij aan, een discrepantietijd van 100 ms in te stellen. De veiligheidsingangen van de veiligheidsmodule moeten een testimpuls van < 1 ms kunnen maskeren.
- Meer informatie voor het kiezen van geschikte veiligheidsmodules vindt u in de Schmersal catalogi of in de online catalogus: products.schmersal.com.
4.4 Aansluitconfiguratie en toebehoren aansluitstekker
Aansluitschema van de variant AZM400Z-ST-...
Functie van het veiligheidscomponent | Pinconfiguratie van de inbouwstekker M12. 8-polig | Kleurencodesvan de Schmersal stekkers volgens DIN 47100 | Mogelijke kleurencodes van andere courant verkrijgbare aansluitstekkers volgens EN 60947-5-2 | |
---|---|---|---|---|
A1 | UB | 1 | WH | BN |
E1 | Stuuringang 1 | 2 | BN | WH |
A2 | GND | 3 | GN | BU |
Y1 | Veiligheidsuitgang 1 | 4 | YE | BK |
OUT | Diagnose-uitgang | 5 | GY | GY |
E3 | Stuuringang 3 | 6 | PK | PK |
Y2 | Veiligheidsuitgang 2 | 7 | BU | VT |
E2 | Stuuringang 2 | 8 | RD | OF |
Aansluitschema van de variant AZM400Z-ST2-…
Functie van het veiligheidscomponent | Pinconfiguratie van de inbouwstekker M12, 8-polig | Kleurencodesvan de Schmersal stekkers volgens DIN 47100 | Mogelijke kleurencodes van andere courant verkrijgbare aansluitstekkers volgens EN 60947-5-2 | |
---|---|---|---|---|
OUT2 | Diagnose-uitgang 2 | 1 | WH | BN |
E1 | Stuuringang 1 | 2 | BN | WH |
- | (niet aangesloten) | 3 | GN | BU |
Y1 | Veiligheidsuitgang 1 | 4 | YE | BK |
OUT1 | Diagnose-uitgang 1 | 5 | GY | GY |
E3 | Stuuringang 3 | 6 | PK | PK |
Y2 | Veiligheidsuitgang 2 | 7 | BU | VT |
E2 | Stuuringang 2 | 8 | RD | OF |
Functie van het veiligheidscomponent | Pinconfiguratie van de inbouwstekker M12, 5-polig | Kleurencodesvan de Schmersal stekkers volgens DIN 47100 | Mogelijke kleurencodes van andere courant verkrijgbare aansluitstekkers volgens EN 60947-5-2 | |
---|---|---|---|---|
A1 | UB | 1 | BN | WH |
H2 | GNDhe | 2 | WH | BN |
A2 | GND | 3 | BU | GN |
H1 | Uhe | 4 | BK | YE |
FE | Functionele aarding 3 | 5 | GY | GY |
Toebehoren aansluitkabels
Aansluitkabels met koppeling (female) M12, 8-polig – 8 x 0,25 mm², IP67 / IP69 | |
---|---|
Kabellengte | Bestelnummer |
2,5 m | 103011415 |
5,0 m | 103007358 |
10,0 m | 103007359 |
15,0 m | 103011414 |
Aansluitkabels met koppeling (female) M12, 5-polig – 5 x 0,34 mm² | |
---|---|
Kabellengte | Bestelnummer |
5,0 m | 103010816 |
10,0 m | 103010818 |
Andere versies met andere lengtes en haakse kabeluitgang op aanvraag verkrijgbaar.
4.5 Aansluitvoorbeelden
De getoonde toepassingsvoorbeelden zijn voorstellen. De gebruiker moet echter de schakeling en de geschiktheid van het product voor de specifieke toepassing controleren.
Aansluitvoorbeeld 1: AZM400Z-ST
Legende aansluitschema | |
---|---|
Inbouwstekker M12, 8-polig | |
A1 | UB |
A2 | GND |
E1 | Stuuringang 1 |
E2 | Stuuringang 1 |
E3 | Stuuringang 2 |
Y1 | Veiligheidsuitgang 1 |
Y2 | Veiligheidsuitgang 2 |
OUT | Diagnose-uitgang |
Aansluitvoorbeeld 2: AZM400Z-ST2
Legende aansluitschema | |||
---|---|---|---|
Inbouwstekker M12, 8-polig | Inbouwstekker M12, 5-polig | ||
E1 | Stuuringang 1 | A1 | UB |
E2 | Stuuringang 2 | A2 | GND |
E3 | Stuuringang 3 | H1 | Uhe |
Y1 | Veiligheidsuitgang 1 | H2 | GNDhe |
Y2 | Veiligheidsuitgang 2 | FE | Functionele aarding |
OUT1 | Diagnose-uitgang 1 | ||
OUT2 | Diagnose-uitgang 2 |
5 Bediensleutel aanleren / bediensleuteldetectie
Veiligheidsvergrendelingen met standaardcodering zijn bij levering klaar voor gebruik.
Individueel gecodeerde veiligheidsvergrendelingen en bediensleutels worden volgens de onderstaande procedures aan elkaar aangeleerd:
- Veiligheidsvergrendeling uitschakelen en opnieuw onder spanning zetten.
- Bediensleutel in het detectiebereik brengen. De leerprocedure wordt aan de veiligheidsvergrendeling gesignaleerd, de groene LED is uitgeschakeld, de rode LED brandt, de gele LED knippert (1 Hz).
- Na 10 seconden geven korte knipperimpulsen (3 Hz) aan dat de bedrijfsspanning van de veiligheidsschakelaar uitgeschakeld moet worden. (Wordt de spanning niet binnen 5 minuten uitgeschakeld, dan breekt de veiligheidsvergrendeling de leerprocedure af en knippert hij 5 maal rood om een foutieve bediensleutel te signaleren.)
- Zodra de bedrijfsspanning opnieuw ingeschakeld wordt, moet de bediensleutel opnieuw gedetecteerd worden om de geleerde bediensleutelcode te activeren. De geactiveerde code wordt op die manier definitief opgeslagen.
Bij besteloptie -I1 is de uitgevoerde toewijzing van veiligheidsschakelcomponent en bediensleutel onomkeerbaar.
Bij besteloptie -I2 kan de procedure voor het aanleren van een nieuwe bediensleutel onbegrensd herhaald worden. Bij het aanleren van een nieuwe bediensleutel wordt de op dat ogenblik actieve code ongeldig. Daarnaast garandeert een vrijgaveblokkering van 10 minuten een verhoogde beveiliging tegen manipulatie. De groene LED knippert tot de tijd van de vrijgaveblokkering verstreken is en de nieuwe bediensleutel gedetecteerd is. In geval van een spanningsonderbreking tijdens het verstrijken van de tijd, begint de manipulatiebeveiligingstijd van 10 minuten vanaf nul opnieuw te lopen.
- Neem organisatorische maatregelen tegen mogelijke manipulatie met andere bediensleutels, als een variant met standaardcodering gebruikt wordt.
6 Werkprincipes en diagnosefuncties
6.1 Werkingsprincipe van de veiligheidsuitgangen:
Bij de veiligheidsvergrendeling AZM400 worden de veiligheidsuitgangen onmiddellijk uitgeschakeld door het ontgrendelsignaal. De ontgrendelde veiligheidsvergrendeling kan opnieuw vergrendeld worden zolang de bediensleutel aanwezig is. De veiligheidsuitgangen worden in dat geval opnieuw ingeschakeld.
Als de veiligheidsuitgangen reeds ingeschakeld zijn, leiden fouten die de veilige werking van de veiligheidsvergrendeling niet onmiddellijk in gevaar brengen (bijvoorbeeld te hoge omgevingstemperatuur, externe potentiaal aan de veiligheidsuitgang, dwarssluiting) tot een waarschuwing, het uitschakelen van de diagnose-uitgang OUT van de variant ST of OUT2 van de variant ST2 en de vertraagde uitschakeling van de veiligheidsuitgangen. De veiligheidsuitgangen schakelen uit als de foutwaarschuwing 30 minuten actief is. Deze signaalcombinatie, "diagnose-uitgang OUT" van de ST-variant of OUT2 van de ST2-variant uitgeschakeld en veiligheidsuitgangen nog altijd ingeschakeld", kan gebruikt worden om de machine op een gecontroleerde manier te stoppen. Na het elimineren van de fout wordt de foutmelding gereset door het openen en opnieuw sluiten van de bijbehorende veiligheidsdeur of door het uit- en terug inschakelen van de bedrijfsspanning.
6.2 Diagnose-LED's
Via een driekleurige LED worden status maar ook storingen van de veiligheidsvergrendeling weergegeven.
groen (power) | Voedingsspanning aanwezig |
geel (status) | bedrijfstoestanden |
rood (fault) | Fout (zie tabel 2: foutmeldingen / impulscodes rode diagnose-LED) |
Plaatsing van de LED`s | |
---|---|
6.3 Diagnose-uitgangen
De kortsluitvaste diagnose-uitgang OUT of OUT1 en OUT2 van de variant ST2 kan voor centrale visualisatie- of besturingstaken gebruikt worden, bijvoorbeeld in een PLC. Hij geeft de schakeltoestand weer zoals getoond in de tabel 1.
De diagnose-uitgangen OUT of OUT1 en OUT2 zijn geen veiligheidsrelevante uitgangen!
Storing
Storingen, waardoor de veilige werking van de veiligheidsvergrendeling niet langer gewaarborgd is (interne storingen), leiden tot de onmiddellijke uitschakeling van de veiligheidsuitgangen. Een storing, die de veilige werking van de veiligheidsvergrendeling niet onmiddellijk in gevaar brengt (te hoge omgevingstemperatuur, veiligheidsuitgang aan vreemde potentiaal, dwarssluiting), leidt tot een vertraagde uitschakeling (zie tabel 2). Na het opheffen van de storing wordt de foutmelding gereset door de bijbehorende veiligheidsdeur te openen.
Fouten aan de besturingsingangen leiden niet tot een uitschakeling van de veiligheidsuitgangen.
Foutwaarschuwing
Er heeft zich een storing voorgedaan, waardoor de veiligheidsuitgangen na 30 minuten uitgeschakeld worden (LED "Fault" knippert, zie tabel 2). De veiligheidsuitgangen blijven in eerste instantie ingeschakeld (max. 30 min). Hierdoor kan het proces op een gecontroleerde manier stopgezet worden. Een foutwaarschuwing wordt verwijderd als de fout-oorzaak opgeheven wordt.
6.4 Diagnose-informatie
Tabel 1: Diagnostische informatie van de veiligheidsvergrendeling AZM400 | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Toestand van het systeem | Stuursignalen | LED | Veiligheidsuitgangen | Diagnose-uitgangen | ||||
Vergrendelfunctie | groen | rood | geel | Y1, Y2 | ST-Variant OUT | ST2-Variant OUT1 | ST2-Variant OUT2 | |
Deur geopend en ontgrendeld (grendel ingetrokken) | Ontgrendeling | aan | uit | uit | 0 V | 0 V | 0 V | 0 V |
Deur gesloten en ontgrendeld (grendel ingetrokken) | Ontgrendeling | aan | uit | knippert | 0 V | 24 V | 0 V | 0 V |
Deur gesloten, vergrendelprocedure actief(grendel beweegt voorwaarts) (grendel beweegt voorwaarts) | Vergrendelen | aan | uit | knippert | 0 V | 0 V | 0 V | 24 V |
Deur gesloten en vergrendeld (grendel is uitgetrokken) | Vergrendelen | aan | uit | aan | 24 V | 24 V | 24 V | 24 V |
Deur gesloten, ontgrendelprocedure actief (grendel beweegt achteruit) | Ontgrendeling | aan | uit | knippert | 0 V | 0 V | 24 V | 24 V |
Fouttoestanden | ||||||||
Foutwaarschuwing 1) | Geen betekenis | aan | knippert 2) | aan | 24 V | 0 V | 24 V | 0 V |
Fout | Geen betekenis | aan | knippert 2) | uit | 0 V | 0 V | 24 V | 0 V |
Mechanische hulp, paniek- of Bowdenkabelontgrendeling actief | Geen betekenis | knippert | knippert | knippert | 0 V | 24 V | 0 V | 24 V |
Elektronische hulpontgrendeling actief | Geen betekenis | knippert | knippert | knippert | 0 V | - | 0 V | 0 V |
Bediensleutel aanleren bij versie I1/I2 | ||||||||
Aanleren bediensleutel gestart | Ontgrendeling | uit | aan | knippert langzaam | 0 V | 0 V | 0 V | 0 V |
Bediensleutel aanleren kan afgesloten worden. | Ontgrendeling | uit | aan | knippert snel | 0 V | 0 V | 0 V | 0 V |
Alleen I2: bediensleutel is aangeleerd (Manipulatiebeveiligingstijd loopt) | Ontgrendeling | knippert | uit | uit | 0 V | 24 V | 0 V | 24 V |
1) na 30 min: uitschakeling wegens fout 2) zie knippercodes |
Tabel 2: Foutmeldingen / Impulscodes rode diagnose-LED | |||
---|---|---|---|
Impulscodes (rood) | Benaming | autonome uitschakeling na | Foutoorzaak |
1 impuls | Fout(waarschuwing) aan uitgang Y1 | 30 min | Fout in uitgangstest of spanning aan uitgang Y1, hoewel de uitgang uitgeschakeld is |
2 impulsen | Fout(waarschuwing) aan uitgang Y2 | 30 min | Fout in uitgangstest of spanning aan uitgang Y2, hoewel de uitgang uitgeschakeld is |
3 impulsen | Fout(waarschuwing) dwarssluiting | 30 min | Dwarssluiting tussen de uitgangskabels of fout aan de beide uitgangen |
4 impulsen | Fout(waarschuwing) temperatuur te hoog | 30 min | De temperatuurmeting toont een te hoge interne temperatuur |
5 impulsen | Fout Bediensleutel | 0 min | Foutieve of defecte bediensleutel |
6 impulsen | Storing stuuringangen / elektronische hulpontgrendeling | - | Ongeldige ingangstoestanden van de stuuringangen en/of de elektronische hulpontgrendeling |
7 impulsen | Fout bij bediensleuteldetectie | 0 min | Afstand tussen AZM400 en bediensleutel te groot, externe magnetische velden verhinderen de detectie |
8 impulsen | Fout Blokkering | 0 min | Bediensleutel niet correct uitgelijnd met de veiligheidsvergrendeling |
9 impulsen | Fout spanning te hoog / te laag | 0 min | Voedingsspanning buiten specificaties |
Continu rood | Interne fout | 0 min | Toestel defect |
7 Gebruik en onderhoud
7.1 Functietest
De veiligheidsfunctie van de veiligheidsschakelaar moet getest worden. Hierbij moet vooraf het volgende gegarandeerd zijn:
- Controle van de max. afwijking van bediensleutel en veiligheidsvergrendeling.
- Controle van de max. hoekafwijking.
- Ervoor zorgen dat de bediensleutel in de Z as niet over de uitgetrokken grendel geheven kan worden.
- De veiligheidsvergrendeling en bedien sleutel op juiste bevestiging controleren.
- Intactheid van de kabelaansluitingen.
- Eventuele schade aan de behuizing van de schakelaar.
- Verwijdering van stof en vuil
- Voor de varianten met paniekontgrendeling moet bovendien het volgende in acht genomen worden:
de beschermdeur moet aan de binnenkant van de gevaarlijke zone geopend kunnen worden; het mag niet mogelijk zijn de beschermdeur van binnen uit te vergrendelen.
7.2 Onderhoud
Bij een correcte installatie en doelmatig gebruik vereist de veiligheidscomponent geen onderhoud.
Wij raden een regelmatige visuele inspectie en functietest aan, inclusief de volgende stappen:
- De veiligheidsvergrendeling en bedien sleutel op juiste bevestiging controleren.
- Controle van de max. afwijking van bediensleutel en veiligheidsvergrendeling.
- Controle van de max. hoekafwijking.
- Ervoor zorgen dat de bediensleutel in de Z as niet over de uitgetrokken grendel geheven kan worden.
- Intactheid van de kabelaansluitingen.
- Eventuele schade aan de behuizing van de schakelaar.
- Verwijdering van stof en vuil
- Tijdens alle bedrijfsmatige levensfasen van de veiligheidsschakelcomponent moeten constructief en organisatorisch geschikte maatregelen voor de manipulatiebeveiliging of tegen het manipuleren van de veiligheidsvoorziening, bijvoorbeeld door het gebruik van een vervangende bediensleutel, getroffen worden.
- Beschadigde of defecte componenten moeten onmiddellijk vervangen worden.
8 Demontage en afvalverwijdering
8.1 Demontage
De veiligheidsschakelaar mag uitsluitend in spanningsloze toestand gedemonteerd worden.
8.2 Afvalverwijdering
- Het veiligheidscomponent moet op een correcte manier volgens de geldende nationale voorschriften en wetgevingen afgevoerd worden.
UK Declaration of Conformity |
Company: | K.A. Schmersal GmbH & Co. KG Möddinghofe 30 42279 Wuppertal Germany Internet: www.schmersal.com |
Declaration: | We hereby, under sole responsibility, certify that the hereafter described components both in their basic design and construction conform to the relevant statutory requirements, regulations and designated standards of the United Kingdom. |
Name of the component: | AZM400 |
Type: | See ordering code |
Description of the component: | Interlocking device with safe locking function |
Relevant legislation: | Supply of Machinery (Safety) Regulations | 2008 |
Radio Equipment Regulations | 2017 | |
The Restriction of the Use of Certain Hazardous Substances in Electrical and Electronic Equipment Regulations | 2012 |
Designated standards: | EN 60947-5-3:2013 EN ISO 14119:2013 EN 300 330 V2.1.1:2017 EN ISO 13849-1:2015 IEC 61508 parts 1-7:2010 |
Approved body for Type Examination: | TÜV Rheinland UK Ltd. 1011 Stratford Road Solihull, B90 4BN ID: 2571 |
Type examination certificate: | 01/205U/5467.00/22 |
UK-Importer / Person authorised for the compilation of the technical documentation: | Schmersal UK Ltd. Paul Kenney Unit 1, Sparrowhawk Close Enigma Business Park Malvern, Worcestershire, WR14 1GL |
Place and date of issue: | Wuppertal, September 23, 2022 |
Authorised signature Philip Schmersal Managing Director |
EU-conformiteitsverklaring |
Original | K.A. Schmersal GmbH & Co. KG Möddinghofe 30 42279 Wuppertal Germany Internet: www.schmersal.com |
Verklaring: | Hiermee verklaren wij dat de hieronder beschreven producten op grond van hun ontwerp en constructie beantwoorden aan de relevante Europese Richtlijnen. |
Benaming van de component: | AZM400 |
Type: | zie bestelsleutel |
Beschrijving van de component: | Vergrendelvoorziening met veilige vergrendelfunctie |
Geharmoniseerde Richtlijnen: | Machinerichtlijn | 2006/42/EG |
RED-Richtlijn | 2014/53/EU | |
RoHS-Richtlijn | 2011/65/EU |
Toegepaste normen: | EN 60947-5-3:2013 EN ISO 14119:2013 EN 300 330 V2.1.1:2017 EN ISO 13849-1:2015 IEC 61508 Deel 1-7:2010 |
Bevoegde installatie voor de typekeuring: | TÜV Rheinland Industrie Service GmbH Am Grauen Stein, 51105 Köln Kenn Nr.: 0035 |
EG-Goedkeuringscertificaat: | 01/205/5467.01/20 |
Gemachtigde voor het samenstellen van de technische documentatie: | Oliver Wacker Möddinghofe 30 42279 Wuppertal |
Plaats en datum van opstelling: | Wuppertal, 14. augustus 2020 |
Rechtsgeldige handtekening Philip Schmersal Directeur |
Schmersal Belgium, Nieuwlandlaan 73, 3200 Aarschot
De genoemde gegevens en informatie zijn zorgvuldig gecontroleerd. Afbeeldingen kunnen afwijken van het origineel. Verdere technische gegevens zijn te vinden in de handleiding. Technische wijzigingen en fouten voorbehouden.
Gegenereerd op 29/03/2024 15:43