Veiligheidsvergrendeling

EX-AZM 170

EX-AZM 170


  • Explosiebeveiliging voor ATEX zones 2 en 22
  • Kunststofbehuizing
  • 90 mm x 84 mm x 30 mm
  • Vergrendeling met sluitbeveiliging
  • Hoge vasthoudkracht
  • hulpontgrendeling
  • 1 kabelingang M 20 x 1.5

Naar de categorie
EX-AZM 161

EX-AZM 161


  • Ex-Zone 22
  • Kunststofbehuizing
  • 130 mm x 114 mm x 30 mm
  • Blokkeerkracht 2000N
  • 6 Contacten
  • hulpontgrendeling
  • Vergrendeling met sluitbeveiliging
  • kabelingangen 4 M 16 x 1.5

Naar de categorie
EX-AZM 415

EX-AZM 415


  • Ex-Zone 22
  • metaalbehuizing
  • 130 mm x 100 mm x 46,5 mm
  • Blokkeerkracht 3500N
  • 2 schakelaars in één behuizing
  • Instelbare kogelarrêtering tot 400 N
  • Vergrendeling met sluitbeveiliging
  • Probleemloos openen van klemmende deuren door kniehevelsysteem
  • 2 kabelingangen M 20 x 1.5

Naar de categorie
EX-AZM 300

EX-AZM 300


  • Explosiebeveiliging voor ATEX zones 2 en 22
  • Manipulatiebeveiliging volgens de behoefte dankzij RFID-technologie
  • Kunststofbehuizing
  • geschikt voor aanbouw aan profielsystemen
  • 3 verschillende bedieningsrichtingen
  • Geschikt voor draai- en schuifdeuren
  • Serieschakeling

Naar de categorie
Toepassingsgebied:
 De veiligheidsvergrendelingen van de serie AZM verzekeren dat zijdelings verplaatsbare, draaibare en afneembare beschermvoorzieningen, zoals hekken, kappen of deuren, bij het samenwerken met het sturingstechnische gedeelte van een machine zoals stilstandbewakers of veiligheidstijdelementen, niet geopend kunnen worden totdat gevaarlijke toestanden (zoals naloopbewegingen) beëindigd zijn.

Deze veiligheidsvergrendelingen worden ook gebruikt waar het openen van een beschermvoorziening een ongeoorloofde ingreep in het productieproces betekent.


Opbouw en werking:
Bij de veiligheidsvergrendelingen van de serie AZM zijn schakelelement met vergrendelvoorziening en de bedieningssleutel niet constructief met elkaar verbonden, maar worden zij bij het schakelen functioneel samengebracht of gescheiden. Bij het openen van de beschermvoorziening wordt in ontgrendelde toestand de bedieningssleutel van het basistoestel gescheiden. Daarbij worden de verbreekcontacten gedwongen geopend en de maakcontacten gesloten.

De vergrendeling gebeurt via blokkeerpen/vergrendelpen.  Deze vergrendelpen blokkeert het verwijderen van de bedieningssleutel uit de vergrendeling. De vrijgave aan de machinebesturing gebeurt pas nadat de bedieningssleutel in de vergrendeling gebracht is en de vergrendelingspositie van de vergrendelpen is aangegeven. Dit wordt verzekerd door de contactbewaking van de vergrendelpen.

Er zijn twee vergrendelprincipes. Bij het ruststroomprincipe wordt de vergrendelpen door veerkracht in de vergrendeling gehouden.  Door de ontgrendelingsspoel onder stroom te zetten, wordt de vergrendeling ontgrendeld en het verbreekcontact van de spoel geopend.  De beschermvoorziening kan geopend worden. Bij arbeidsstroomprincipe
1) is de werkwijze omgekeerd.

De veiligheidsvergrendelingen EX-AZM 161, 170 en 415 zijn met een beveiliging tegen foutief sluiten uitgerust. Afhankelijk van het type toestel is ook een individuele codering van de bediensleutel mogelijk.

De toepassing van de veiligheidsvergrendelingen is willekeurig. De veiligheidsvergrendelingen voldoen aan de beschermingsklasse IP 54, IP 65 of IP 67.


1) Volgens de voorstellingen van de Duitse Beroepsverenigingen mogen deze vergrendelingen slechts na een strenge analyse van het ongevallenrisico gebruikt worden, omdat bij een eventuele spanningsuitval de beschermvoorziening onmiddellijk geopend kan worden!